Izak de Vries

Op vrijdag 7 september 1900 werd Izak geboren. Hij was het 8ste kind van slager Barend de Vries en het 10dekind van Rachel Klein. Hij kwam ter wereld in de Lange Smeestraat 10. Vader Barend deed aangifte van de geboorte. Aanwezig bij de aangifte waren koopman Lion Bouwman en slager Cornelis Klomp. Lion zal, gezien de achternaam en het beroep, familie zijn van de moeder van Barend.

Izak was een nakomertje. Het voorlaatste kind Marcus was 5 jaar ouder. Uit een eerder huwelijk van zijn moeder met Philip Creveld had Izak een halfzus en een halfbroer. Zijn halfzus Johanna was 18 jaar ouder dan Izak. Vader Barend had een slagerij.

Izak woonde slecht twee maanden in de Lange Smeestraat. In november verhuisde het gezin met 10 kinderen naar Twijnstraat 18, waar vader opnieuw een slagerij had.

Toen Izak bijna 19 jaar oud was werd hij gekeurd voor de militaire dienst. Bij beroeps staat slager, wat in de lijn der verwachtingen lag. Ik vermoed dat hij in de zaak van zijn vader werkte. Izak was 1 meter en 52 cm. Hij werd ongeschikt geacht, omdat hij te klein was.

Vanaf 1910 verlieten zijn broers en zussen één voor één het huis. Ook zijn broer Marcus vertrok. Zijn moeder Rachel overleed op 18 september 1922. Ze werd 66 jaar oud.

Op de familiekaart van Barend de Vries staat opvallende informatie over Izak te lezen. Op deze kaart staat Izak bij nummer 9.

Achter de namen staat geschreven: “N: 9 Onder curatele gesteld. M.i.v. 15-2-22. Van zijn vertrek of overlijden kunnen gegevens aan den officier van Justitie te Utrecht.”

Op de genoemde datum was Izak sinds vijf maanden 21 jaar oud en voor de wet volwassen. Curatele is een manier om iemand te beschermen die niet goed voor zijn geldzaken, bezit en persoonlijke zaken kan zorgen. De rechter stelt een curator aan die dit voor hem doet. Iemand die onder curatele staat is handel onbekwaam. De reden waarom Izak onder curatele kwam te staan is onbekend. Ook is onbekend of deze curatele ooit gestopt is.

Na een aantal jaren gewerkt te hebben in Amsterdam, keerde broer Marcus in april 1929 terug in Twijnstraat 16 bis.

Omdat Izak nooit trouwde, kinderen kreeg of een eigen zaak had is er verder weinig informatie over hem te vinden.

Op 13 maart 1940, vlak voordat de oorlog in Nederland begon, overleed vader Barend de Vries op 82 jarige leeftijd. Izak was inmiddels 40 jaar oud.

Na het bombardement op Rotterdam kwam zus Sara met haar man David Meiboom en hun twee dochters Rachel en Santje in de Twijnstraat 16 bis wonen. Zij werden geëvacueerd vanuit Rotterdam.

In de Opgaven van burgemeesters in de provincie van per 1 juni 1941 in de gemeente Utrecht wonende joden is te lezen dat Marcus nog steeds woonachtig was in de Twijnstraat 16 bis. Bij beroep staat ‘zonder’.

Zijn nichtje Rachel Meiboom trouwde en ging bij haar man en schoonouders wonen in Den Haag.

In de Opgaven van burgemeesters in de provincie van de ontruiming van woningen en inventarisatie van inboedels van joodse eigenaren, 1942-1943, zien we dat Izak uitstal had om naar het buitenland te gaan voor de zogenaamde werkverruiming. De reden van uitstel was de ziekte van zijn nichtje Santje Meiboom.

Wat verder opvalt is dat volgens deze opgave het huis toebehoorde aan Izak de Vries en dat hij bereikbaar was op het adres van zijn zwager Simon Straus (hier geschreven als Straub). Simon was getrouwd met zijn zus Suzanna. Mogelijk kwam het huis op zijn naam staan na het overlijden van zijn vader Barend in maart 1940.

Op 22 april 1943 kwam Izak, samen met zijn broer Marcus, aan in kamp Vught. Ook zijn zus Sara, met haar man David en hun jongste dochter Santje, kwamen op deze datum aan in dit kamp. Op de registratiekaart hieronder staat dat Izak tapijtmaker was.

Zijn broer Marcus werd enkele dagen tewerk gesteld in kamp Amersfoort.

Op 29 mei 1943 werd Izak overgebracht naar Aussenkommando Moerdijk, waar ook zijn broer Marcus en zwager David tewerk gesteld werden. Dit buitenkamp van Vught werd eind maart 1943 geopend. Onder slechte omstandigheden moesten de mannen tankgrachten graven en bunkers bouwen ter verdediging van de strategisch gelegen Moerdijkbruggen. Wie niet snel genoeg werkte kreeg stokslagen, of de honden van de SS’ers werden losgelaten. De leefomstandigheden waren erbarmelijk. De barakken waren klein en onhygiënisch. Tafels en stoelen waren er nauwelijks. De gevangenen sliepen in stapelbedden met een dun matrasje en één deken. Izak en Marcus verbleven samen in barak 6 en David in barak 8. Het eten was slecht: dunne soep met bonen, spinazie, sla of kool. In dit kamp hebben zij ruim een maand gezeten.

https://www.youtube.com/watch?v=vmgcsXhHttA

Zijn zus Sara en nichtje Santje bleven in kamp Vught.

Op 2 juli 1943 werden zij allen overgebracht naar doorgangskamp Westerbork, waar zij drie dagen bleven. David in barak 93, Sara en Santje in barak 65, Marcus in Barak 62 en Izak in barak 55.

Op 6 juli werden zij gedeporteerd naar Sobibor. Op dit transport zaten 2417 personen. Direct na aankomst werden zij op 9 juli 1943 vergast. Niemand van dit transport overleefde de oorlog.

Izak werd 43 jaar oud.